UITGANGSPUNTEN HERONTWIKKELING

Udromia Mijdrecht

Volgens de welstandsnota valt de locatie binnen het deelgebied bedrijventerrein. Er heeft nog geen overleg plaatsgevonden over dit plan. Maar de welstandsnota is voor een woningbouwplan in het bedrijventerrein geen goed beoordelingskader. Onderdeel van het ruimtelijk kader wordt dan ook een beeldkwaliteitsplan met heldere criteria waar de commissie aan kan toetsen. Dit plan wordt in dit hoofdstuk uiteengezet.

KAVEL, BOUWVLAK EN GROEN

De ontwikkeling kent zoals eerder gezegd zowel aan de Ringvaart als Rondweg zijde een doorlopende groenstructuur. Aan de Ringvaart zijde heeft deze een redelijk gelijkblijvende breedte. Aan de rondweg zijde heeft deze ook een aanzienlijke maat maar ligt een groot deel niet op de kavel. Daarnaast loopt hier ook een fietspad. Om de positie van het gebouw goed te verankeren in het landschap is een integraal landschapsontwerp nodig voor zowel de gronden die op de kavel liggen als in de directe omgeving. Het fietspad dient dan ook te worden geïntegreerd in het groenontwerp. Het bouwvlak is gevormd door zichtlijnen op het stationsgebouw. Hoewel er een vrijere vorm mogelijk is binnen het bouwvlak dient de massa wel de zichtlijnen te begeleiden en dus gedeeltelijk wel het bouwvlak te volgen.

CONCEPT

De uitgangspunten van de nieuwe ontwikkeling zijn om de groene cultuurhistorische rand (Ringdijk) te accentueren en daarnaast te verbijzonderen met een sculpturale gebouwvorm (herkenningspunt) in een groene omgeving, tussen het bovenland en de droogmakerij.

Randvoorwaarde bij dit concept:
c.1 Doorlopende groenstructuur aan beide zijde van het gebouw
c.2 Extra talud neemt de auto’s en bergingen uit het zicht
c.3 Gedeeltelijke doorzicht onder het gebouw door
c.4 Massa wordt gevormd door de omgeving en zichtlijnen rond het gebouw
Randvoorwaarde bij dit concept:
c.1 Doorlopende groenstructuur aan beide zijde van het gebouw
c.2 Extra talud neemt de auto’s en bergingen uit het zicht
c.3 Gedeeltelijke doorzicht onder het gebouw door
c.4 Massa wordt gevormd door de omgeving en zichtlijnen rond het gebouw

 
VOLUMEOPBOUW

Het gebouwvolume moet passen in zijn omgeving en massaliteit moet worden voorkomen. Ook is belangrijk dat het volume een goede opbouw heeft, dat wil zeggen een gedegen fundament en een passende beëindiging. De gebouwen aan de overkant van de Ringvaart liggen circa 11,6m boven NAP en hebben 4 bouwlagen. De dakrand van de nieuwe ontwikkeling moet niet veel hoger zijn dan dat. Het volume moet met zijn voeten staan in het groen, al dan niet met een groene gevel als plint. De bovenste laag wordt teruggelegd om het gebouw een kroon te geven. Zo onstaat een driedeling: plint, middendeel en kroon. Het gebouwvolume mag sculpturaal zijn mits het blijft voldoen aan k.3 genoemd op de vorige pagina.

Randvoorwaarde voor volume:
v.1 Hoogte dakrand is 11,6m +NAP (+10% maximaal)
v.2 4 woonlagen en een plint
v.3 Onderste laag staat in het groen
v.4 Bovenste laag ligt terug
v.5 Volume mag sculpturaal van vorm zijn mits aan k.3 wordt voldaan

ARCHITECTONISCHE CRITERIA: ALZIJDIG MAAR VERSCHILLEND IN FUNCTIE

De ontwikkeling moet een gebouw worden met een alzijdig karakter. Geen gevel moet als een ‘achterkant’ woren ervaren. De representatie moet aan alle zijde hoogwaardig zijn en passen bij elkaar. Echter heeft elke gevel wel een andere functie. De oostgevel ligt aan de Randweg en is de meeste geluids zwaarbelaste gevel. Deze gevel wordt belast met verkeerslawaai en geluid afkomstig van de brandweerkazerne. De noord- als oostgevel worden tevens belast door geluid van de bedrijfsactivitetiten van Walraven. De zuid- als westgevel zijn geluidsluwer waarvan de westgevel relatief het minste belasting ontvangt. De noordgevel is een belangrijke gevel aangezien de entree van het complex zich hier bevind. Dit is dan ook de meest representatieve gevel. De zuidgevel speelt een belangrijke rol in het begeleidden van het zicht richting het stationsgebouw. Vanwege de oriëntatie van het gebouw naar de geluidsbronnen ligt het meest voor de hand om de oostgevel een ontsluitingsfunctie te geven. Deze ontsluitingsgevel kan ook de dubbelfunctie van geluidsbuffer krijgen.

Randvoorwaarde bij de architectonische criteria: Alzijdig maar verschillend in functie:
a.1 Alzijdig ontwerp met gelijke hoogwaardige afwerking
a.2 Noord- en oostgevel zijn geluidswerende gevels
a.3 West- en zuidgevel zijn geluidsluwe gevels en geschikt voor te openen ramen van
verblijfsgebieden en buitenruimtes
a.4 Oostgevel is geschikt als ontsluitingsgevel

ARCHITECTONISCHE CRITERIA: STIJLKENMERKEN

Qua architectuur moet het gebouw een strakke moderne sculptuur worden. Het ontwerp kent geen rondingen en kan worden gevormd door gekantelde vlakken. Het gebouw kent ramen in een speelse verdeling. Te veel ritmiek moet worden voorkomen. Buitenruimtes zijn de uitzondering op de strakke sculptuur en dienen als elementen in het spel van openingen in de gevel. Happen uit het volume zijn toegestaan maar moeten anders worden gematerialiseerd. De hoofdentree is goed herkenbaar door een groter percentage glas.

Randvoorwaarde bij de architectonische criteria: Stijlkenmerken:
a.5 Het ontwerp moet voldoen aan de hierboven genoemde beschrijving en passen bij de getoonde referentieafbeeldingen

ARCHITECTONISCHE CRITERIA: DETAILLERING

Voor de detaillering moet gezocht worden naar moderne en minimalistische oplossingen. Samenkomsten van verschillende gevels met hetzelfde materiaal moeten worden ontworpen zodat er uniformiteit onstaat onder de verschillende gevelvlakken. Samenkomsten van vlakken met contrasterende materialen moeten worden ontworpen met het oog op een zo’n strak mogelijke scheiding. In de schil is de bevestiging van materialen waar mogelijk uit het zicht.

Randvoorwaarde bij de architectonische criteria: Detaillering:
a.6 Het ontwerp moet voldoen aan de hierboven genoemde beschrijving en passen bij de getoonde referentieafbeeldingen

ARCHITECTONISCHE CRITERIA: KLEUR- EN MATERIAALSTAAT

De gevel moet een warme uitstraling krijgen. Door afmeting, richting en ritmiek ontstaat een spel tussen de verschillende gevelvlakken. De gekozen materialen zijn duurzaam en bij voorkeur biobased. Happen uit het volume zijn zoals genoemd anders gematerialiseerd in een contrasterende kleur. Waar de buitenschil duidelijk een ritmiek in de materialisering moet hebben, hoeft dit voor de inhammen niet. Kozijnen hebben zo min mogelijk verdelingen. Hemelwaterafvoeren zijn in hoogwaardig materialen uitgevoerd wanneer deze in het zicht zijn.

Randvoorwaarde bij de architectonische criteria: Kleur- en materiaalgebruik:
a.7 Het ontwerp moet voldoen aan de hierboven genoemde beschrijving en passen bij de getoonde referentieafbeeldingen

GEBOUW IN HET LANDSCHAP

Het landschap is een belangrijk aspect van deze ontwikkeling. Het gebouw dient dan ook met zijn voeten in een grote variateit aan planten en bomen te staan. De Rondweg zijde krijgt een groen talud waar ook het fietspad op een kwalitatieve manier is geïntegreerd. Ook dient de bomenstructuur langs de locatie te worden gecontinueerd. De Ringvaart zijde krijgt meer een recreatieve uitstraling. Een integraal groenontwerp zal moeten worden gemaakt voor de kavel en het aangrenzende terrein om een hoogwaardig gebouw in het landschap te verankeren.
 

Randvoorwaarde voor het gebouw in het landschap te verankeren
l.1 Het ontwerp moet voldoen aan de hierboven genoemde beschrijving en passen bij de getoonde referentieafbeeldingen